vrijdag 28 februari 2014

CULINARIA VENETO & CARNEVAL

Carneval duurt dit jaar in Venetie nog tot 4 maart, vandaar aandacht voor 'la Serenissima'.
Venetië en Veneto horen politiek gezien weliswaar bij elkaar, maar wekken verschillende associaties op. Zo vinden we in een album op de ene bladzijde de foto's van de fascinerende grande dame van de Adriatische Zee, zoals Venetië nog altijd met recht genoemd kan worden, en op de andere bladzijde zien we impressies uit Veneto: hier staan Palladio's mooiste villa's, vaak gebouwd voor de welgestelde Venetiaanse aristocratie, die gedurende het hete seizoen, wanneer de lucht dik werd in de nauwe straten en het kanaal begon te stinken, een onderkomen in het gezonde klimaat aan de oever van de Brenta zochten. Toch is Venetië veel meer dan het toneel van een voormalige zee- en handelsmacht. Tussen Padua en Verona, de stad van de eens zo invloedrijke, maar ook gevreesde Sforza, tot aan de oostelijke oever van het Gardameer ontvouwt zich een volledig ander Italië dat met de Serenissima weinig te maken heeft en zijn eigen charme heeft.
Zo verschillend als Venetië en Veneto zich presenteren, zo verschillend is ook de keuken van het gebied. Weliswaar zweert men zowel in Venetië als in Veneto bij de risotto, maar aan de kust wordt hij met vis of zeevruchten bereid, terwijl er meer in het binnenland eerder courgettes, asperges, radicchio of kikkerbilletjes in gaan. Beide gebieden hebben echter een voorliefde voor peulvruchten. Pasta e fagioli heet het traditionele gerecht van pasta en bonen dat lauwwarm en graag met een paar druppels olijfolie geserveerd wordt. En risi ebisi, rijst met zachte, jonge erwten, is intussen ook op de menukaart buiten de regio te vinden. Ondanks deze gemeenschappelijkheden wordt in Veneto eerder stevig gegeten, terwijl de Venetiaanse keuken zo nu en dan aan de oude glans van de Serenissima herinnert: er worden heerlijke sauzen en exquise menu's gecreëerd. De traditionele en eenvoudige gerechten zoals stokvis of sarde in saor, kruidig gemarineerde sardientjes of ansjovis, raken echter niet in vergetelheid. In Veneto serveert men minder vis en meer vlees- en worstspecialiteiten, zoals de soppressata, een grove worstsoort, of de stevige knoflooksalami. Bovendien is het gebied een hoofdproducent van fijne groentesoorten. De rode radicchio uit Treviso behoort net zo goed tot de specialiteiten als de asperges uit Bassano del Grappa.


Andar per ombre, een Venetiaans ritueel   
Er wordt van de Venetianen gezegd dat ze een klein glaasje wijn net zo weten te waarderen als een babbeltje met vrienden of bekenden en dat op ieder uur van de dag. Dus is het logisch dat de inwoners van de stad aan de lagune deze twee voorliefden verbinden. Andar per ombre betekent zo veel als 'we gaan in de gezellige osteria iets drinken, een klein hapje eten en een praatje maken'.
Voor de betekenis van het oer-Venetiaanse ritueel zijn verschillende verklaringen. Volgens de een betekent het dat de varende wijnverkoper op het San Marcoplein in de loop van de dag steeds de schaduw van de campanile opzocht om te voorkomen dat zijn wijn te warm zou worden. Wie iets wilde drinken moest all'ombra, in de schaduw gaan zitten. Anderen verklaren dat de ombra een oude Venetiaanse maateenheid is die overeenkomt met ongeveer 100 ml. De ombretta is zelfs nog kleiner. Bijna iedere Venetiaan heeft zijn eigen vaste giro de ombre. Om een uur of elf 's ochtends komt hij naar zijn stamkroeg om er de andere stamgasten te ontmoeten. Er wordt gekletst, ombra gedronken en daarna gaan ze weer. In de loop van de dag en 's avonds komen een paar ombre samen, maar vanwege de kleine hoeveelheid en de uitstekende kwaliteit van de wijn in de osteria zijn er geen noemenswaardige gevolgen. Het best is de giro de ombre te vergelijken met de Spaanse tapeo, waarbij men in de vroege avond langs verschillende tapasbars trekt.


Venetiaanse maskers  

De maskers van het oorspronkelijk Venetiaanse carnaval zijn geen onderdeel van fantasiekostuums, maar horen bij vastgelegde kleding met vaak een lange traditie. Voor een deel herinneren ze aan gebeurtenissen uit de geschiedenis van de stad, zoals de pestdokter als treurige reminiscentie aan de verwoestende epidemie van de 16e en 17e eeuw. Andere maskers, zoals pantalone en arlecchino, stammen uit de canon van de commedia dell'arte en vormen ook lang na de hervorming van het theater door Goldoni nog altijd een vast bestanddeel van het narrengebeuren.
Bauta
De bauta was een van de populairste Venetiaanse kostuums. Hij kon zowel door dames als door heren gedragen worden en bestond uit een driekante hoed, een zwarte cape en een wit masker.
Arlecchino
De arlecchino is een typische figuur van de commedia dell'arte. Tot het kostuum van de brutale grappenmaker behoren een zwart masker, vilten hoed en een jas samengesteld uit bonte lappen.
Moretta
Moretta betekent enkel en alleen een zwart, ovaal masker dat in de juiste positie gehouden wordt wanneer de draagster de aan de binnenkant bevestigde knoop tussen de tanden klemt.
Pantalone
De pantalone is eveneens een typische figuur uit de commedia dell'arte. De zuurpruim met de spitse baard bij wie de gierigheid op het gezicht te lezen staat, werd het symbool van de rijk geworden Venetiaanse koopman.
Pestdokter
Het kostuum van de pestdokter herinnert aan de verwoestende pestepidemie in de Middeleeuwen en de Renaissance. Bij zijn uitrusting hoort een lange staf, waarmee de dokter zonder de patiënt aan te raken het beddengoed opzij kon schuiven, en een snavelmasker dat hij met kruiden vulde om de pestlucht te verdrijven.


Carlo Goldoni   


 

Carlo Goldoni, de grote hervormer van het Italiaanse theater, zorgde er halverwege de 18e eeuw voor dat de aloude commedia dell'arte met haar strenge standaardrollen als Capitano, Arlecchino en Colombina uit de mode raakte. De weg was nu vrij voor nieuwe karakters. Als echte Venetiaan hield Goldoni net zo veel van lekker eten en drinken als van zijn geboortestad, hoewel hij vanwege de strijd met zijn theatercollega's Chiari en Gozzi op de leeftijd van 55 jaar ontmoedigd naar Parijs verhuisde. In zijn stukken portretteerde Goldoni steeds weer het Venetiaanse leven. Zo presenteerde hij in de komedie Il campiello (Het plein, ontstaan in 1756) de figuur van een fritoler, een oliebollenbakster die de heerlijkste fritole bereidt, en in het kort voor zijn aftocht naar Parijs opgevoerde stuk Le baruffe chiozzotte (Ruzie in Chiozza, 1762) speelt de zucca barucca, een schijf gebakken courgette, als steen des aanstoots een belangrijke rol, want diverse liefdesparen krijgen ruzie als een argeloze gondelier een van de jonge vrouwen een stuk courgette schenkt.

Carnevale   

Ondanks de enorme belangstelling die het moderne straatcarnaval trekt, houden een paar Venetianen aan de oude gebruiken vast niets met de toeristische massa op het San Marco plein te maken hebben. Carnavale werd traditioneel met veel pracht en praaal gevierd. Daarbij werden niet alleen enorme bedragen voor de kostuums uitgegeven, maar de verschillende verenigingen en gezelschappen wedijverde elkaar wie het spraakmakendste bal met aankleding zou organiseren, wie de beste muziek zou maken en, niet in de laatste plaats,  het overvloedigste eten te bieden had.
Feesten van allerlei aard waren en zijn voor de bewoners van de lagunestad altijd een welkome aanleiding om goed te tafelen. Maar anders dan nu kregen de Venetianen in vroeger dagen van wege hun liefde voor de geneugten des levens vaak kritiek uit moralistische hoek. Ook de hoogwaardigheidsbekleders van de Kerk klaagden vaak dat de mensen bij de grote christelijke feesten het eind van een preek of wijdingsceremonie konden afwachten om tot de volgende festiviteit te kunnen overgaan,  namelijk het eten. "De grootste ondeugd van de Venetianen zijn hun braspartijen”, bevestigt ook stadsgeschiedenisschrijver, Gasparo Morolin in 1841. Inderdaad stonden bijzondere of traditionele gerechten bij verschillende gelegenheden, zoals het carnaval, in het middelpunt van de belangstelling. Volgens schrijver Tommasso Locatelli leek Venetië in 1830 -dus zelfs van een teruglopende economie en politieke moeilijkheden- een groot feestplein, waar "braadspiesen gedraaid en vis geroosterd werd om die enorme gezamenlijke maaltijd voor te bereiden”. Tijdens het carnaval werden er galani, repen repen zoet deeg, gebakken in reuzel en bestrooid met suiker, en fritole of fritelle, carnavalsbeignets, gegeten. 0ok zaletti en de ronde buranelli van het eiland Burano waren en zijn geliefde kost na een lange nacht. Op madonna della Salute, 21 november, was er – en is er soms ook nu nog- traditionele castradina, gezouten,  kort gerookt en dan aan de lucht gedroogde ham,  waar een voedzaam vleesgerecht, van wordt gemaakt. Het eten van de zeer gewaarde baccalà, was gelukkig niet aan een feest gebonden. Stokvis werd het hele jaar gegeten, in allerlei variaties. ook de smakelijke lever met uit fegato alla veneziana, kon altijd op tafel worden gezet. Tegenwoordig wordt de feestkalender niet meer zo serieus genomen – het beroemde Venetiaanse reuzelgebak, fritole, kan nu het hele jaar door gegeten worden.

 
Bron: stedentips voor trips

Geen opmerkingen:

Een reactie posten