vrijdag 28 maart 2014

Abruzzo

Vroeger was het meervoud, tegenwoordig in het enkelvoud- met een zonnetje erbij in het regionale logo. Aanstaande zondag mag ik er naartoe voor een toerismebeurs in teken van 'eco-natura', gevolgd door een korte tour. Het thema van de beurs is logisch gezien het groen-gehalte van de regio. Maar liefst 50.000 hectare groen (verspreid over 80.000 hectare) vind je terug in het oudste natuurpark van Italie, het parco nazionale d'Abruzzo.

De Gran Sasso biedt een uitzicht over een mysterieuze en grotendeels ongerepte natuur waarin verleden en heden zich op betoverende en harmonische wijze ontmoeten: van de door de zon gekuste en met wijngaarden bedekte heuvels tot de stille bossen van de Monti della Laga en de steile en met sneeuw bedekte hellingen van de Corno Grande. De Gran Sasso in de Abruzzen is een kluis boordevol waardevolle schatten.

Het Parco Nazionale d’Abruzzo werd een jaar eerder gesticht dan het Parco Nazionale del Gran Paradiso. Benedetto Croce wist zijn neef Erminio Sipari te overtuigen een park te stichten dat gebaseerd was op het model van het Yellowstone Park in de Verenigde Staten. Je vindt hier een fauna die bestaat uit de grootste dieren van de Apennijnen (bruine beren, Italiaanse gemzen, herten, steenarenden) eindeloze beukenbossen en een bloem die het pronkstuk van het park is: de zeldzame “Venusschoentje” orchidee, een orchideeënsoort dat uitsluitend in berggebieden groeit.
Het Majella “moedergebergte”, het heilige gebergte van de Abruzzen, bevindt zich in een Nationaal
Een landschap waarin dolines, grotten en afwateringen afgewisseld worden met vaste prairies boordevol bloemen en schitterende kloven die de wanden van de bergen, waarvan 30 meer dan drieduizend meter hoog, insnijden.
Park waar de natuur bijna mystiek aandoet. Hier woonden vele kluizenaars en hier leven nog altijd antieke tradities voort waarvan de oorsprong in een ver verleden terug te vinden is.

Naast deze overweldigende natuur waar je uiteraard allerlei sportieve activiteiten kunt ondernemen als trek- en wandeltochten heeft de regio echter nog meer te bieden. Zo en zo ligt het aan de Adriatische zee en is dus automatisch voorzien van een mooie lap kust, toch al gauw zo'n 130 kilometer. Die kust onderscheidt zich ondermeer door de aanwezigheid van zogenaamde Trabocchi die in het water op palen staan. Het zijn een soort vissershutten met een ingenieus systeem om de netten op te halen. Hier in de omgeving is uiteraard de plek om verse vis te eten! Met ernaast een mooie witte pecorino wijn of een goede trebbiano (dat is iets meer een uitdaging maar ze bestaan wel). De pecorino (naam van een druif dus naast de bekende schapenkaas) uit de Abruzzo vind ik meer diepgang hebben dan die uit het naburige Le Marche. Kwa rood is het Montepulciano d'Abruzzo wat de klok slaat- van vooral heel veel slobber tot topkwaliteit met flinke houtlagering.


De Navelli, gelegen tussen de bergen Gran Sasso en de Sirente, is al eeuwenlang het productiegebied van het, uit hele stigma gemaakte saffraan, unaniem wordt verkozen tot de beste van de wereld. In de bergen is het eten verder wat meer rustiek en wordt er het een en ander aan kazen en worsten geproduceerd.

Het meest indrukwekkende eetfestijn wat ik ooit heb meegemaakt was in de Abruzzo: 'La Panarda'- het gaat natuurlijk terug op een eeuwenoud verhaal en is bedoeld om de overvloed te eren- maar hou je vast- in de vorm van 50 tot 60 gerechtjes, en je wordt geacht van ieder gerecht te proeven, anders doe je het ritueel geen eer aan. Voor iedere gang wordt de gong geslagen, Middeleeuwse muziek begeleidt het geheel en in ons geval werd er ook bij iedere gang wat gedeclameerd. Toch een ander concept dan áll you can eat zeg maar.
Tekst over de parken afkomstig van de site: http://www.bezoekabruzzo.nl/

vrijdag 21 maart 2014

Chianti Classico

Chianti is wellicht de bekendste wijn van Italië, maar niet door iedereen even geliefd. Dat heeft met de grote kwaliteitsverschillen te maken die er in verschillende gebieden zijn en doordat de wijn vooral in verleden een slechte naam had. Dat er al in de Oudheid wijnen in het Chianti-gebied werden gemaakt staat buiten kijf. Maar pas in de 19e eeuw oogstte de regio er ook succes mee in het buitenland. De wijnen, toen nog voornamelijk licht en makkelijk drinkbaar van karakter, gingen grote delen van de wereld over in de bekende fiaschi, bolvormige flessen omwonden met raffia om ze tegen breuk te beschermen. Er werd van oudsher witte wijn van de eenvoudige trebbiano druif bijgevoegd. Dan weet u meteeen waar het woord fiasco vandaan komt;)

Hoewel er voor de productie van Chianti al een decreet was uitgevaardigd in 1716 door de Groothertog Cosimo III, moest het gebied nog tot 1932 wachten voordat een eerste en meer definitief productiereglement werd opgesteld.

De Legende van de Zwarte Haan
De keuze van het welbekende beeldmerk van het Consortium, dat van de Zwarte Haan op een goudgele achtergrond, heeft vooral te maken met de historische en sociaal-culturele betekenis ervan. De legende van de Zwarte Haan dateert uit de Middeleeuwen. Het verhaal gaat feitelijk over de politieke eenheid van het hele Chianti gebied, waarvan het lot bepaald werd door het gedrag van een Zwarte Haan. De legende vertelt over de voortdurende machtsstrijd tussen de republieken van Florence en Siena waar het grondgebied van de Chianti praktisch tussenin ligt. Om een einde te maken aan de onophoudelijke onlusten en voor eens en altijd de grenzen van de respectievelijke republieken vast te stellen werd tot een even bizar als uitzonderlijke aanpak besloten. Men kwam overeen vanuit de beide hoofdsteden een ruiter te laten vertrekken en op het punt van samenkomst de grenzen te bepalen. Het vertrek zou bij zonsopgang moeten geschieden en het startsein moest door het kraaien van de haan worden gegeven.

Dit laatste was een beslissing die geheel in lijn lag met de toen heersende gewoonten waarbij het levensritme nog door niets anders dan natuurlijke elementen werd bepaald. In de voorbereidingen was derhalve de keuze van de haan cruciaal, meer nog dan de keuze voor het paard of de ruiter. De Senezen kozen een witte haan terwijl de Florentijnen opteerden voor een zwarte, die ze lange tijd opgesloten hielden in een donker hok en slechts mondjesmaat van voedsel voorzagen om het beest in een opperste staat van prikkeling te brengen. Toen de dag van vertrek aanbrak, werd de zwarte haan uit zijn hok gehaald waarop hij weldra vreselijk begon te kraaien hoewel het bij lange na nog geen ochtend was. Terstond ging de Florentijnse ruiter op weg, met een grote voorsprong op zijn Senese rivaal, die nog tot het ochtendgloren moest wachten alvorens zijn strijdros te mogen bestijgen, daar de witte haan er een van het reguliere slag was en niet kraaide voordat de eerste zonnestraal boven de horizon was verschenen. De Senese ruiter had nog geen 12 kilometer in alle eenzaamheid gereden toen hij zijn tegenspeler al bij Fonterutoli tegenkwam. En zo kwam het dat bijna het hele grondgebied van de Chianti onder Florentijns gezag kwam, veel eerder dan de eigenlijke val van de republiek Siena. Na dit voorval werd de Zwarte Haan tevens symbool van de Militaire Alliantie van de Chianti die binnen de republiek van Florence politieke en militaire bevoegdheden had.
Tegenwoordig moet een Chianti, Classico of niet, moet minstens uit minstens 80% Sangiovese bestaan. De overige 20% mag (maar moet niet) aangevuld worden met Canaiolo nero, Colorino, Cabernet Sauvignon, Merlot of Syrah. Witte druivenrassen zijn niet meer toegestaan. Maar de laatste jaren ligt de nadruk steeds meer op de productie van Chianti uitsluitend afkomstig van de Sangiovese. Deze pure Sangiovese-wijnen zijn doorgaans, mits van een goed oogstjaar, rijk van structuur en smaak.
De term Gallo Nero die jarenlang verbonden was aan de Chianti Classico wordt nu nauwelijks meer gebruikt, als gevolg van een door de bekende Amerikaanse wijnbroers Gallo gewonnen proces tegen het gebruik van de eigennaam door het Toscaanse Consortium van de Chianti Classico. Het Consortium van de Gallo Nero zag zich toen genoodzaakt de naam te wijzigen. Sindsdien heet het Consorzio del Marchio Storico - Chianti Classico. Het beeldmerk van de Zwarte Haan mocht echter wel gehandhaafd blijven.


Het productiegebied van de Chianti Classico ligt uitsluitend in de provincies van Florence en Siena, terwijl het productiegebied van de gewone Chianti 7 subzones omvat, die alle met naam op het etiket genoemd mogen worden:
 Colli Aretini
 Colli Senesi
 Colli Fiorentini
 Colline Pisane
 Montalbano
 Montespertoli
 Rufina

 Deze subzones liggen verdeeld over 6 van de 10 Toscaanse provincies. Grootste kans op kwaliteit maakt u naast de gerenomeerde namen uit het  Chianti Classicogebied bij Rufina en Colli Senesi.
Bronvermelding: "seminar Chianti Clasico" door Jan Rook- tekst (grotendeels) afkomstig van Heleen Schreuder geschreven in opdracht van het Chianti Consortium.


 
 

vrijdag 14 maart 2014

Michelangelo's Toscaanse jeugd


6 maart was Michelangelo's geboortedag- volgens de Florentijnse jaartelling in 1474 (en voglens Romeinse 1475) maar aangezien Michelangelo zichzelf als een Florentijn beschouwde houden we dat jaartal aan. 540 jaar geleden alweer!

Als je in Michelangelo's leven duikt leest het als een roman. Hij werd geboren te Caprese, een  hoog gelegen gehucht in Oostelijk Toscane, bij grens met Ubrie. Zijn vader was daar burgemeester. Te Caprese is zijn doopkerk en geboortehuis te vinden. Dat laatste is omgetoverd tot museum waar u kopieen van al zijn beeldhouwwerken terug kunt vinden. Een aanrader want hier geen ellenlange rijen en meteen een leuk overzicht. Drie maanden na zijn geboorte  keerde de familie terug naar Florence en Michelangelo werd bij een 'min' onder gebracht in Setttignano. Dit was een steenhouwersfamile, waardoor hij het vak met
de 'moedermelk' binnen kreeg.

 Michelangelo kwam als jonge tiener in de leer bij de schilder Domenico Ghirlandaio te Florence. Daarna vertoefde hij enkele jaren

aan het hof van Lorenzo de’Medici te Florence. Hij maakte zijn eerste kunstwerken reeds op 15-16 jarige leeftijd. Zijn tijd aan het hof is van grote invloed geweest op zijn ontwikkeling als kunstenaar. De werken uit zijn begintijd zijn de Madonna van de Trap, De slag der Centauren en zijn Christus aan het kruis die al in een eerder blog aan bod kwam. De twee eerstgenoemde werken zijn in Florence te vinden in het Casa Buonarotti. Dit kleinschalige aan Michelangelo gewijdde museum heeft ook enige tekeningen in de collectie die een mooi inzicht in zijn werkwijze bieden. Tekeningen worden helaas maar sporadisch tentoongesteld aangezien ze ontzettend kwetsbaar zijn.

Waarom tekende Michelangelo?
 
Tekeningen waren belangrijk in de Renaissance. Het Italiaanse woord voor tekening, disegno, heeft meerdere betekenissen. Het is het ontwerp voor een bepaald kunstwerk maar ook de feitelijke tekening. In de Renaissance vond men het belangrijk dat kunstenaars vindingrijk waren, zodat zij met hun kunstwerken boeiend een verhaal konden vertellen. Omdat elk kunstwerk begon met l‘arte del disegno, de tekenkunst, werd de tekenkunst beschouwd als de moeder van alle kunsten. In 1563 werd in Florence de eerste kunstacademie opgericht, de Accademia del Disegno. Michelangelo werd gevraagd als beschermheer.

Volgens de Florentijnse traditie tekende Michelangelo om zijn ideeën vast te leggen en om de juiste oplossing en vorm te zoeken voor een bepaald kunstwerk. Dat kon een beeld, een fresco of een gebouw zijn. Naast schetsen en voorstudies in verschillende stadia, maakte hij soms ook een uitgewerkte tekening zodat de opdrachtgever kon zien of het ontwerp aan zijn verwachtingen voldeed. Een aparte plaats wordt ingenomen door Michelangelo’s tekeningen die hij speciaal maakte om weg te geven. Hij was niet de eerste die dat deed, maar het zijn wel vroege voorbeelden van tekeningen die als zelfstandige kunstwerken zijn bedoeld. Dergelijke voorstellingen zijn meestal zorgvuldig uitgewerkt.

Voorbereidende tekeningen waren alleen bestemd voor gebruik in het kunstenaarsatelier, ze werden niet aan het publiek getoond en werden in veel gevallen na gebruik zelfs vernietigd. Michelangelo verbrandde zelf veel van zijn tekeningen omdat hij bang was dat anderen zijn geniale vondsten en composities zouden overnemen. Zijn angst voor plagiaat was gerechtvaardigd want iedereen bewonderde hem. Er is zelfs een keer in Michelangelo’s atelier in Florence ingebroken, waarbij diverse tekeningen werden gestolen.