zondag 3 augustus 2014

Michelangelo vieringen ter nagedachtenis 450 jarig overlijden

Het is dit jaar 450 jaar geleden dat Michelangelo overleed, en er zijn hem al heel wat eerbewijzen ten deel gevallen. Toch wil ik er graag nog een paar noemen, voor degenen die Italie nog bezoeken dit jaar.
Onlangs werden er twee films vertoond in Firenze, waaronder een korte van de beroemde regisseur Antonioni uit 2004. Het is een pure ode aan de 'Mozes' met prachtige close ups. Terug te zien op vimeo: http://vimeo.com/12509233


 Daarna volgde een gedramatiseerde documentaire uit 2012 waarin enige periodes uit zijn leven werden uitgelicht, vanzelfsprekend enigzins getroubleerd. Recent onderzoek, van onder meer Forcellino, is er goed in verwerkt. Zo wordt er aandacht besteed aan de invloed van de 'Spirituali' op Michelangelo's gedachtengoed, overgebracht via zijn vriendschap met Vittoria Colonna. Ook de roerige tijden in Florence met de machtswisselingen van de Medici naar Republiek en viceversa, waarbij Michelangelo zelfs een tijd onderduikt in de San Lorenzo, komen voorbij. Hierbij een foto van zijn geheime ruimte waarin hij een tijd verbleef.

Rutger Hauer speelt de rol van de oude Michelangelo en dat doet hij zeer overtuigend, verrassend genoeg. Zie http://youtu.be/UjAjcqkd-K8. In Firenze is in Casa Buonarotti nog tot 20 oktober de Tentoonstelling Michelangelo en het '900 te zien.


In Rome is tot 14 september de volgende tentoonstelling te zien- 1564-2014 MICHELANGELO Incontrare un artista universale
Musei Capitolini  - Er zijn ruim 150 werken geexposeerd, waarbij u in acht moet nemen dat dat vooral tekeningen en andere voorbereidende werkzaamheden betreffen, en attributen die omstandigheden en omgeving uitleggen- bustes van opdrachtgevers, citaten uit boeken etc.  Daarnaast zijn er ook enkele beeldhouwwerken te zien zoals de 'Madonna van de trap' een jeugdwerk uit Firenze, onbekendere versies en kopieen.

De tentoonstelling begint met een aparte grote zaal, die normaal deel uit
maakt van de collectie (beelden met Pausen). Hier staat een (onbekende) versie van Christus ‘trionfator’, afkomstig uit Bassano Romano. Het betreft een van de versies die  Michelangelo is begonnen in de jaren 10 van de 16e eeuw, in opdracht van.. en waar hij niet tevreden over was, overgelaten aan leerlingen. In de Santa Maria Sopra Minerva staat uiteindelijk de bekendste versie waar men mee in heeft gestemd (Michelangelo opteerde voor een 3e versie maar dat vonden ze te lang gaan duren). Deze versie is klassieker kwa pose, een beetje ala David maar dan wat slanker. Itt tot de Sopra Minerva versie die veel gespierder is en de torso gedraaid, richting Manierisme.
 
Verder vindt men hier onder meer de Brutus terug, met enkele voorbeelden van voorgangers en tijdgenoten ernaast. En prachtig belicht de Madonna van de trap uit begin jaren 90- had geweldig geweest om hier een passende Donatello naast te hebben gehad, om te zien waar zijn inspiratie vandaan kwam. Voor de overige zalen is het verder naar boven voor de normale expostieruimtes.
 Daar begint het geheel eigenlijk met een overzicht van portretten van personen rondom zijn jeugd- De kring van Lorenzo de Medici met Ficino, Poliziano , opdrachtgevers zoals diverse Pausen e.d. Daarna volgen enkele tekeningen uit de begintijd, en een kopie vh schilderij naar Duits voorbeeld (Anthony..) Leuk om dat te zien, maar dat zal gewone publiek weinig zeggen. Enkele slechte afgietsels kopieen, onder andere van De Bacchus en verderop van een van de slaven. Verder veel fantastisch materiaal: veel tekeningen/ studies, enkele kleine kruisbeeldjes en het houten kruisbeeld uit de Santo Spirito- mooi bijeen gebracht. Ook wordt kort aandacht besteed aan Vittoria Colonna , de Spirituali (ah eind, met mooie noli mi tangere).
Een zaal draait om San Lorenzogevelproject, met mooie houten model, tekeningen etc. Verderop prachtig schilderij van Venus Celeste- toeschrijving Bronzino/ Pontormo- op basis van karton van Mich. Ik zou zeggen Bronzino- te gelikt voor Pontormo en typische Bronzinostijl- wel echt mooi! Iets verderop een prachtig werk toesgeschreven aan Rosso fiorentino, gemaakt naar Michelangelo’verloren gegane Leda en de zwaan, prachtig prachtig (gebaseerd op de houding van figuur de Nacht). Allegorie van Allori naar tekening van Michelangelo.
De uitleg zou wat uitgebreider kunnen. Al met al fantastische tentoonstelling voor de kenner, voor leek wellicht iets minder. Nog te zien tot 21 september €13 incl toegang tot rest vd collectie (vergeet overkant niet!)
 
 
 
 
 


      

vrijdag 25 juli 2014

De wijnschool / Enoscuola van Luca Gardini

Luca Gardini, wereldkampioen sommelier in 2010, voorheen werkzaam bij de mooiste sterrenzaken van Italie is voor zichzelf begonnen. Zelf zegt hij dat hij het hoogdravende gedoe zat was en wijn drinken terug wil brengen tot de essentie: "Degustazione Quotidiana" - dagelijkse proeverij- dat is de naam van zijn nieuwe concept dat gisteren voor de pers werd gepresenteerd. Zijn wijnschool- "enoscuola" bevindt zich in de Mercato Centrale di San Lorenzo, in hartje Florence/ Firenze.

Op de begane grond zijn daar nog steeds de vertrouwde winkels met allerhande delicatessen te vinden en stalletjes met de plaatselijke specialiteiten als "trippa" - pens- bij Nerbone stonden ze in de rij.
Boven was vroeger de groente en fruitmarkt te vinden, een kleurrijk schouwspel en een plek waar ik graag mijn boodschappen deed. Tegenwoordig ziet het er heel anders uit en is het omgetoverd in een grote hippe ruimte met verschillende thema's en barren zoals een aparte bierbar, een kookschool, kookboeken sectie, wijnbarsectie en uiteraard de wijnschool van Luca Gardini.
Daarbij verwachtte ik een flinke ruimte, ingericht om eens echt goed te kunnen proeven. De praktijk is iets anders: er is een grote u-bar waar 15 personen aan plaats kunnen nemen. Iedereen heeft wel zijn eigen 'station'  met gootsteen om wijn uit te kunnen spugen en wegspoelen. De glazen zijn een novititeit en expres zonder steel- dit om de drempel te verlagen en te voorkomen dat mensen niet weten hoe ze een glas beet moeten houden... Daarnaast bevindt de bar zich in een open ruimte- dat heet de eerste vedieping die ook open is, dus alle geluiden van beneden en boven omgeven je. We kregen allemaal een ontvanger voor de microfoon die de docent gebruikte. Met ontvanger kon je de docent wel horen maar ook flink wat extra ruis, zonder hoorde je vooral de omgeving.
We proefden Franciacortabubbels van Berlucchi die uit werden gelegd volgens de utigangspunten van de Enoscuola- ik heb er door de omstandigheden weinig van kunnen horen, maar dit is de vertaling van de uitgangspunten, die ik opzichzelf heel plausibel vind. Ben blij dat ik de wijnen al bij Berlucchi zelf heb kunnen proeven in echte wijnglazen, vind deze meer geschikt voor water.
De Uitgangspunten:
Simpelheid: een wijn met smaak is al groot.
eerlijkheid: respect voor het territorium en de karakteristieken van de verschillende (wijn) soorten
drinkbaarheid: er wordt niet eerst 100 x geroken, maar geconsumeerd. Een 'goede' fles is er een die je leeg drinkt en zin hebt om een tweede te openen.
schoon werken/netheid: wijn mag geen defecten hebben die verdoezeld worden
respect voor andermans smaak. Wijn is om te leren begrijpen maar ook om de dialoog aan te gaan met iedereen. Smaak is niet voor iedereen gelijk.
Op zichzelf een leuk concept, in 40 minuten proef je 4 wijnen en  krijg je ze volgens deze 'methode' uitgelegd. Als ze wat aan de geluidsproblematiek doen en echte wijnglazen nemen dan kom ik graag nog eens langs.

zondag 13 juli 2014

Pontormo en Rosso Fiorentino

Pontormo en Rosso Fiorentino- tentoontstelling te Firenze/ Florence laatste kans!

U heeft nog tot 20 juli de tijd, d.w.z. tot eind deze week om een een zeer bijzondere tentoonstelling te bezichtigen in het Palazzo Strozzi te Firenze. Iedere dag geopend
tot 20.00 uur en donderdags zelfs tot 23.00 uur. Een absolute aanrader!!

Jacopo da Pontormo (Pontorme (nu Empoli), 24 mei 1494 – Florence, 2 januari 1557) was een Florentijns kunstschilder uit de 16e eeuw. Rosso Fiorentino of ook wel Il Rosso, geboren als Giovan Battista di Jacopo di Gasparre (Florence, 1494 - 1540) was een Italiaanse kunstschilder, zijn naam sloeg op de kleur van zijn haardos. Beiden uit 1494, toen Michelangelo net zijn eerste kunstwerken maakte. Toen ze zo'n beetje volwassen waren was Michelangelo samen met Leonardo en Raffael het summum. De werken die hij had gemaakt waaronder een karton voor 'de slag bij Cascina' wat bedoeld was als fresco in het Palazzo Vecchio werd bestempeld als 'school van de wereld' en daar kwam de Sixtijnse kapel in Rome nog overheen.

Tijdgenoten moesten maar zien hoe ze hiermee omgingen, sommigen gingen voor de kopie, anderen probeerden een eigen draai te geven aan de mogelijkheden. Ander kleurgebruik, andere themathiek e.d. Het Manierisme was geboren en Rosso en Pontormo zijn twee top-exponenten ervan die allebei een eigen signatuur hebben ontwikkeld. De tentoonstelling is een unieke gelegenheid om veel van hun werken bijeen te zien, zeker ook vanuit het perspectief dat ze samen begonnen zijn bij dezelfde leermeester Andrea Del Sarto. (Florence, 16 juli 1486/1487? - Florence, 28/29 september 1530 of 21 januari 1531) was een Italiaanse kunstschilder die faam maakte tijdens de hoogrenaissance. Hij genoot hoog aanzien bij tijdgenoten als een kunstenaar "senza errori" (dat wil zeggen foutloos).


De tentoonstelling laat goed overeenkomsten zien, maar ook waar de wegen zich scheiden- in stijl maar ook bijvoorbeeld in opdrachtgeverschap. Helaas missen er een paar topwerken, waaronder de uitmuntende kruisafname van Pontormo in de San Felicita, maar die kunt u gewoon gratis in die kerk in Firenze gaan bezichtigen (tussen Ponte Vecchio en Palazzo Pitti ad linkerkant, kan niet missen). Voor de Kruisafname van Rosso moet u wat verder reizen naar Volterra, voorwaar geen straf!



vrijdag 25 april 2014

Feest / dag van de Vrijheid - Festa della Liberta

Vandaag is een Nationale feestdag in Italie:  men viert de val van het fascistische regime van Mussolini op 25 april 1945. De partizanen streden een bloedige strijd die uiteindelijk gewonnen werd in het Noorden.
 
Op 25 april 1945 werd Italia uit de handen van de Duitsers bevrijd. Niet alleen aan de bezetting van de Duitsers kwam een einde, maar ook aan het fascistische regime van Mussolini en de zijnen. Voor dit laatste hadden i partigiani, de partizanen, gezorgd, nog vóórdat de geallieerden arriveerden. I partigiani hadden de resistenza georganiseerd, het verzet tegen het nazi-fascistische regime. Hierdoor konden vrijheid en democratie weer zegevieren in Italia.
Op 25 april 1945 trokken de partizanen door de belangrijkste Italiaanse steden om de overwinning te claimen. Dat wordt nog steeds gevierd, maar ook worden vandaag de dag nog steeds de slachtoffers herdacht die hun leven leven hebben gegeven voor de vrijheid. 
Voor de italiani is 25 april een nationale feestdag en een officiële vrije dag. Overal in het land vinden herdenkingsbijeenkomsten plaats, van klein tot groot, sommige met fanfares, andere met grote vlaggen. Ook zijn er veel politieke manifestaties en concerten. Attenzione: veel winkels, musea, restaurants en bars zijn op 25 april gesloten en het openbaar vervoer is slechts beperkt beschikbaar!

Wil je een beeld krijgen van die tijd, kijk dan een van deze films over de oorlog en de bevrijding:
  • Roma città aperta – Roberto Rossellini
  • Il Partigiano Johnny – Guido Chiesa
  • Paisà – Roberto Rossellini
  • Piccoli Maestri – Daniele Lucchetti
  • L'Agnese va a morire – Giuliano Montaldo
En luister vooral ook naar het bekendste Partizanenlied Bella Ciao, dat oorspronkelijk afkomstig is van de mondine, werksters in de rijstvelden. Zij hadden een andere tekst dan het latere Partizanenlied. De stem van Giovanna Daffini, die het oorspronkelijke Bella Ciao lied zingt, gaat door merg en been. Een vrolijke opzwepende versie is er o.a.van Malavita
 
Bron:www. italie.nl & Italie-kalender

vrijdag 18 april 2014

Tentoonstelling Prerafaëlieten in Turijn van 19 april tot 13 juli

U heeft een extra goede reden om dit voorjaar of begin zomer Turijn te bezoeken: van 19 april tot 13 juli  is er een tentoonstelling gewijd aan de kunst van de Prerafaëlieten te zien. Afkomstig uit het Tate-museum uit Engeland, zijn ruim 70 werken na een wereldtour  in Turijn te zien voor ze weer definitief naar Engeland terugkeren.

De zogenaamde PreRaphaelite Brotherhood werd opgericht door  John Millais, William Holman Hunt, John Everett Millais, Dante Gabriel Rossetti, Edward BurneJones en William Morris in 1848 in Londen. Het was een geheim verbond. Zij noemden zich prerafëlieten omdat de schilder Rafaël (14831520) volgens hen het eind markeerde van de bloeiperiode van de kunst. In hun werk lieten zij zich inspireren door de kunst uit de tijd voor Rafaël; de vroege renaissance. Hun bewondering ging met name uit naar de eenvoud daarvan. Botticelli en Lippi behoorden tot de voorbeelden.

Na Rafaël (14831520) zou het volkomen zijn misgegaan met de kunst. De academische schilderkunst uit hun eigen tijd deden ze af als gekunsteld en onwaarachtig. Daarom streefden ze naar een wereld waarin de voortschrijdende mechanisatie een halt zou worden toegeroepen. Hun onderwerpen hadden meestal een religieuze betekenis of waren afgeleid van mythen, sagen of legenden, waarbij het verleden een aanzienlijke rol speelde. De prerafaëlieten legden de basis voor de jugendstilstroming.

 
 

vrijdag 4 april 2014

Civitella del Tronto Abruzzo

Van de week was ik in  Civitella del Tronto, wat een een burcht-stadje is in de Italiaanse provincie Teramo (regio Abruzzen).  Het fort van Civitella del Tronto is de grootste door de Bourbon familie gebouwde in Europa. De Bourbons (Borboni in het italiaans) waren koningen van Napels, waartoe de regio Abruzzen behoorde tot de eenwording van Italië. Civitella del Tronto lag aan de Noordgrens van het koninkrijk, die gevormd werd door de rivier de Tronto. Door z'n strategische ligging, bovenop een hoge uitstekende rots, kon men van de burcht de grens goed in de gaten houden. Ook tegenwoordig heb je vanaf de burcht een fantastisch uitzicht dat aan de ene kant van de heuvels van de regio Molise via de Abruzzese Apennijnen naar de heuvels van de Marken loopt en aan de andere kant de Adriatische Kust toont van Monte Conero bij Ancona tot voorbij Pescara.

De provincie Teramo is de meest noordelijk gelegen provincie van de Abruzzo, tegen de grens met Le Marche aan. Civitella is dan ook een goede uitvalsbasis om steden als Ascoli Piceno te bezoeken, en Teramo zelf. Voor wijnliefhebbers is het goed om te weten dat het docg-gebied van Abruzzo hier direct aan grenst. Je kan hier terecht voor de mooiere Montepulciano d’Abruzzo Colline  Teramane DOCG.

Sinds 1992 mag de Montepulciano d'Abruzzo DOC de subzone “Colline Teramane” op het etiket vermelden. Het etiket verwijst hiermee naar de wijn die in de heuvels van de provincie van Teramo wordt gemaakt van de Montepulciano. Sinds 2003 is deze subzone gepromoveerd naar een op zichzelf staande DOCG.

Van de Montepulciano wordt algemeen aangenomen dat zij van oorsprong
uit de Abruzzen stamt, hoewel sommigen menen dat de druif het eerst in de Marken gesignaleerd is. Hoe het ook zij, in de Abruzzen is de Montepulciano, samen met de Trebbiano, de meest aangeplante druivenvariëteit en worden er uiteenlopende wijnen van gemaakt. In de DOCG-status vinden vele wijnmakers de erkenning waren zij al jaren op wachtten.

De wijnen zijn rijk met zachte tannines en kunnen wedijveren met wijnen van hoog niveau zowel op nationaal als op internationaal gebied. De verplichte rijpingstijd is 2 jaar, waarvan tenminste 1 jaar op eikenhouten of kastanjehouten vaten. Hierna volgt nog een rijping op fles van tenminste 6 maanden. De Montepulciano d’Abruzzo Colline Teramane DOCG wordt ook in een Riserva versie op de markt gebracht. Voor de Riserva geldt een rijpingstijd van tenminste 3 jaar. De wijn kan bij allerhande vleesgerechten gedronken worden evenals bij rijpe kazen.

Productiezone: provincie van Teramo

Variëteiten: Montepulciano (min. 90%); Sangiovese (max. 10%)
Tekst - eerste gedeelte wiki en tweede van de Italiaanse wijnwijzer

vrijdag 28 maart 2014

Abruzzo

Vroeger was het meervoud, tegenwoordig in het enkelvoud- met een zonnetje erbij in het regionale logo. Aanstaande zondag mag ik er naartoe voor een toerismebeurs in teken van 'eco-natura', gevolgd door een korte tour. Het thema van de beurs is logisch gezien het groen-gehalte van de regio. Maar liefst 50.000 hectare groen (verspreid over 80.000 hectare) vind je terug in het oudste natuurpark van Italie, het parco nazionale d'Abruzzo.

De Gran Sasso biedt een uitzicht over een mysterieuze en grotendeels ongerepte natuur waarin verleden en heden zich op betoverende en harmonische wijze ontmoeten: van de door de zon gekuste en met wijngaarden bedekte heuvels tot de stille bossen van de Monti della Laga en de steile en met sneeuw bedekte hellingen van de Corno Grande. De Gran Sasso in de Abruzzen is een kluis boordevol waardevolle schatten.

Het Parco Nazionale d’Abruzzo werd een jaar eerder gesticht dan het Parco Nazionale del Gran Paradiso. Benedetto Croce wist zijn neef Erminio Sipari te overtuigen een park te stichten dat gebaseerd was op het model van het Yellowstone Park in de Verenigde Staten. Je vindt hier een fauna die bestaat uit de grootste dieren van de Apennijnen (bruine beren, Italiaanse gemzen, herten, steenarenden) eindeloze beukenbossen en een bloem die het pronkstuk van het park is: de zeldzame “Venusschoentje” orchidee, een orchideeënsoort dat uitsluitend in berggebieden groeit.
Het Majella “moedergebergte”, het heilige gebergte van de Abruzzen, bevindt zich in een Nationaal
Een landschap waarin dolines, grotten en afwateringen afgewisseld worden met vaste prairies boordevol bloemen en schitterende kloven die de wanden van de bergen, waarvan 30 meer dan drieduizend meter hoog, insnijden.
Park waar de natuur bijna mystiek aandoet. Hier woonden vele kluizenaars en hier leven nog altijd antieke tradities voort waarvan de oorsprong in een ver verleden terug te vinden is.

Naast deze overweldigende natuur waar je uiteraard allerlei sportieve activiteiten kunt ondernemen als trek- en wandeltochten heeft de regio echter nog meer te bieden. Zo en zo ligt het aan de Adriatische zee en is dus automatisch voorzien van een mooie lap kust, toch al gauw zo'n 130 kilometer. Die kust onderscheidt zich ondermeer door de aanwezigheid van zogenaamde Trabocchi die in het water op palen staan. Het zijn een soort vissershutten met een ingenieus systeem om de netten op te halen. Hier in de omgeving is uiteraard de plek om verse vis te eten! Met ernaast een mooie witte pecorino wijn of een goede trebbiano (dat is iets meer een uitdaging maar ze bestaan wel). De pecorino (naam van een druif dus naast de bekende schapenkaas) uit de Abruzzo vind ik meer diepgang hebben dan die uit het naburige Le Marche. Kwa rood is het Montepulciano d'Abruzzo wat de klok slaat- van vooral heel veel slobber tot topkwaliteit met flinke houtlagering.


De Navelli, gelegen tussen de bergen Gran Sasso en de Sirente, is al eeuwenlang het productiegebied van het, uit hele stigma gemaakte saffraan, unaniem wordt verkozen tot de beste van de wereld. In de bergen is het eten verder wat meer rustiek en wordt er het een en ander aan kazen en worsten geproduceerd.

Het meest indrukwekkende eetfestijn wat ik ooit heb meegemaakt was in de Abruzzo: 'La Panarda'- het gaat natuurlijk terug op een eeuwenoud verhaal en is bedoeld om de overvloed te eren- maar hou je vast- in de vorm van 50 tot 60 gerechtjes, en je wordt geacht van ieder gerecht te proeven, anders doe je het ritueel geen eer aan. Voor iedere gang wordt de gong geslagen, Middeleeuwse muziek begeleidt het geheel en in ons geval werd er ook bij iedere gang wat gedeclameerd. Toch een ander concept dan áll you can eat zeg maar.
Tekst over de parken afkomstig van de site: http://www.bezoekabruzzo.nl/

vrijdag 21 maart 2014

Chianti Classico

Chianti is wellicht de bekendste wijn van Italië, maar niet door iedereen even geliefd. Dat heeft met de grote kwaliteitsverschillen te maken die er in verschillende gebieden zijn en doordat de wijn vooral in verleden een slechte naam had. Dat er al in de Oudheid wijnen in het Chianti-gebied werden gemaakt staat buiten kijf. Maar pas in de 19e eeuw oogstte de regio er ook succes mee in het buitenland. De wijnen, toen nog voornamelijk licht en makkelijk drinkbaar van karakter, gingen grote delen van de wereld over in de bekende fiaschi, bolvormige flessen omwonden met raffia om ze tegen breuk te beschermen. Er werd van oudsher witte wijn van de eenvoudige trebbiano druif bijgevoegd. Dan weet u meteeen waar het woord fiasco vandaan komt;)

Hoewel er voor de productie van Chianti al een decreet was uitgevaardigd in 1716 door de Groothertog Cosimo III, moest het gebied nog tot 1932 wachten voordat een eerste en meer definitief productiereglement werd opgesteld.

De Legende van de Zwarte Haan
De keuze van het welbekende beeldmerk van het Consortium, dat van de Zwarte Haan op een goudgele achtergrond, heeft vooral te maken met de historische en sociaal-culturele betekenis ervan. De legende van de Zwarte Haan dateert uit de Middeleeuwen. Het verhaal gaat feitelijk over de politieke eenheid van het hele Chianti gebied, waarvan het lot bepaald werd door het gedrag van een Zwarte Haan. De legende vertelt over de voortdurende machtsstrijd tussen de republieken van Florence en Siena waar het grondgebied van de Chianti praktisch tussenin ligt. Om een einde te maken aan de onophoudelijke onlusten en voor eens en altijd de grenzen van de respectievelijke republieken vast te stellen werd tot een even bizar als uitzonderlijke aanpak besloten. Men kwam overeen vanuit de beide hoofdsteden een ruiter te laten vertrekken en op het punt van samenkomst de grenzen te bepalen. Het vertrek zou bij zonsopgang moeten geschieden en het startsein moest door het kraaien van de haan worden gegeven.

Dit laatste was een beslissing die geheel in lijn lag met de toen heersende gewoonten waarbij het levensritme nog door niets anders dan natuurlijke elementen werd bepaald. In de voorbereidingen was derhalve de keuze van de haan cruciaal, meer nog dan de keuze voor het paard of de ruiter. De Senezen kozen een witte haan terwijl de Florentijnen opteerden voor een zwarte, die ze lange tijd opgesloten hielden in een donker hok en slechts mondjesmaat van voedsel voorzagen om het beest in een opperste staat van prikkeling te brengen. Toen de dag van vertrek aanbrak, werd de zwarte haan uit zijn hok gehaald waarop hij weldra vreselijk begon te kraaien hoewel het bij lange na nog geen ochtend was. Terstond ging de Florentijnse ruiter op weg, met een grote voorsprong op zijn Senese rivaal, die nog tot het ochtendgloren moest wachten alvorens zijn strijdros te mogen bestijgen, daar de witte haan er een van het reguliere slag was en niet kraaide voordat de eerste zonnestraal boven de horizon was verschenen. De Senese ruiter had nog geen 12 kilometer in alle eenzaamheid gereden toen hij zijn tegenspeler al bij Fonterutoli tegenkwam. En zo kwam het dat bijna het hele grondgebied van de Chianti onder Florentijns gezag kwam, veel eerder dan de eigenlijke val van de republiek Siena. Na dit voorval werd de Zwarte Haan tevens symbool van de Militaire Alliantie van de Chianti die binnen de republiek van Florence politieke en militaire bevoegdheden had.
Tegenwoordig moet een Chianti, Classico of niet, moet minstens uit minstens 80% Sangiovese bestaan. De overige 20% mag (maar moet niet) aangevuld worden met Canaiolo nero, Colorino, Cabernet Sauvignon, Merlot of Syrah. Witte druivenrassen zijn niet meer toegestaan. Maar de laatste jaren ligt de nadruk steeds meer op de productie van Chianti uitsluitend afkomstig van de Sangiovese. Deze pure Sangiovese-wijnen zijn doorgaans, mits van een goed oogstjaar, rijk van structuur en smaak.
De term Gallo Nero die jarenlang verbonden was aan de Chianti Classico wordt nu nauwelijks meer gebruikt, als gevolg van een door de bekende Amerikaanse wijnbroers Gallo gewonnen proces tegen het gebruik van de eigennaam door het Toscaanse Consortium van de Chianti Classico. Het Consortium van de Gallo Nero zag zich toen genoodzaakt de naam te wijzigen. Sindsdien heet het Consorzio del Marchio Storico - Chianti Classico. Het beeldmerk van de Zwarte Haan mocht echter wel gehandhaafd blijven.


Het productiegebied van de Chianti Classico ligt uitsluitend in de provincies van Florence en Siena, terwijl het productiegebied van de gewone Chianti 7 subzones omvat, die alle met naam op het etiket genoemd mogen worden:
 Colli Aretini
 Colli Senesi
 Colli Fiorentini
 Colline Pisane
 Montalbano
 Montespertoli
 Rufina

 Deze subzones liggen verdeeld over 6 van de 10 Toscaanse provincies. Grootste kans op kwaliteit maakt u naast de gerenomeerde namen uit het  Chianti Classicogebied bij Rufina en Colli Senesi.
Bronvermelding: "seminar Chianti Clasico" door Jan Rook- tekst (grotendeels) afkomstig van Heleen Schreuder geschreven in opdracht van het Chianti Consortium.


 
 

vrijdag 14 maart 2014

Michelangelo's Toscaanse jeugd


6 maart was Michelangelo's geboortedag- volgens de Florentijnse jaartelling in 1474 (en voglens Romeinse 1475) maar aangezien Michelangelo zichzelf als een Florentijn beschouwde houden we dat jaartal aan. 540 jaar geleden alweer!

Als je in Michelangelo's leven duikt leest het als een roman. Hij werd geboren te Caprese, een  hoog gelegen gehucht in Oostelijk Toscane, bij grens met Ubrie. Zijn vader was daar burgemeester. Te Caprese is zijn doopkerk en geboortehuis te vinden. Dat laatste is omgetoverd tot museum waar u kopieen van al zijn beeldhouwwerken terug kunt vinden. Een aanrader want hier geen ellenlange rijen en meteen een leuk overzicht. Drie maanden na zijn geboorte  keerde de familie terug naar Florence en Michelangelo werd bij een 'min' onder gebracht in Setttignano. Dit was een steenhouwersfamile, waardoor hij het vak met
de 'moedermelk' binnen kreeg.

 Michelangelo kwam als jonge tiener in de leer bij de schilder Domenico Ghirlandaio te Florence. Daarna vertoefde hij enkele jaren

aan het hof van Lorenzo de’Medici te Florence. Hij maakte zijn eerste kunstwerken reeds op 15-16 jarige leeftijd. Zijn tijd aan het hof is van grote invloed geweest op zijn ontwikkeling als kunstenaar. De werken uit zijn begintijd zijn de Madonna van de Trap, De slag der Centauren en zijn Christus aan het kruis die al in een eerder blog aan bod kwam. De twee eerstgenoemde werken zijn in Florence te vinden in het Casa Buonarotti. Dit kleinschalige aan Michelangelo gewijdde museum heeft ook enige tekeningen in de collectie die een mooi inzicht in zijn werkwijze bieden. Tekeningen worden helaas maar sporadisch tentoongesteld aangezien ze ontzettend kwetsbaar zijn.

Waarom tekende Michelangelo?
 
Tekeningen waren belangrijk in de Renaissance. Het Italiaanse woord voor tekening, disegno, heeft meerdere betekenissen. Het is het ontwerp voor een bepaald kunstwerk maar ook de feitelijke tekening. In de Renaissance vond men het belangrijk dat kunstenaars vindingrijk waren, zodat zij met hun kunstwerken boeiend een verhaal konden vertellen. Omdat elk kunstwerk begon met l‘arte del disegno, de tekenkunst, werd de tekenkunst beschouwd als de moeder van alle kunsten. In 1563 werd in Florence de eerste kunstacademie opgericht, de Accademia del Disegno. Michelangelo werd gevraagd als beschermheer.

Volgens de Florentijnse traditie tekende Michelangelo om zijn ideeën vast te leggen en om de juiste oplossing en vorm te zoeken voor een bepaald kunstwerk. Dat kon een beeld, een fresco of een gebouw zijn. Naast schetsen en voorstudies in verschillende stadia, maakte hij soms ook een uitgewerkte tekening zodat de opdrachtgever kon zien of het ontwerp aan zijn verwachtingen voldeed. Een aparte plaats wordt ingenomen door Michelangelo’s tekeningen die hij speciaal maakte om weg te geven. Hij was niet de eerste die dat deed, maar het zijn wel vroege voorbeelden van tekeningen die als zelfstandige kunstwerken zijn bedoeld. Dergelijke voorstellingen zijn meestal zorgvuldig uitgewerkt.

Voorbereidende tekeningen waren alleen bestemd voor gebruik in het kunstenaarsatelier, ze werden niet aan het publiek getoond en werden in veel gevallen na gebruik zelfs vernietigd. Michelangelo verbrandde zelf veel van zijn tekeningen omdat hij bang was dat anderen zijn geniale vondsten en composities zouden overnemen. Zijn angst voor plagiaat was gerechtvaardigd want iedereen bewonderde hem. Er is zelfs een keer in Michelangelo’s atelier in Florence ingebroken, waarbij diverse tekeningen werden gestolen.
 


 

 

 

 

 

 

 





 


 








 
 
 
 
 
 
 






vrijdag 28 februari 2014

CULINARIA VENETO & CARNEVAL

Carneval duurt dit jaar in Venetie nog tot 4 maart, vandaar aandacht voor 'la Serenissima'.
Venetië en Veneto horen politiek gezien weliswaar bij elkaar, maar wekken verschillende associaties op. Zo vinden we in een album op de ene bladzijde de foto's van de fascinerende grande dame van de Adriatische Zee, zoals Venetië nog altijd met recht genoemd kan worden, en op de andere bladzijde zien we impressies uit Veneto: hier staan Palladio's mooiste villa's, vaak gebouwd voor de welgestelde Venetiaanse aristocratie, die gedurende het hete seizoen, wanneer de lucht dik werd in de nauwe straten en het kanaal begon te stinken, een onderkomen in het gezonde klimaat aan de oever van de Brenta zochten. Toch is Venetië veel meer dan het toneel van een voormalige zee- en handelsmacht. Tussen Padua en Verona, de stad van de eens zo invloedrijke, maar ook gevreesde Sforza, tot aan de oostelijke oever van het Gardameer ontvouwt zich een volledig ander Italië dat met de Serenissima weinig te maken heeft en zijn eigen charme heeft.
Zo verschillend als Venetië en Veneto zich presenteren, zo verschillend is ook de keuken van het gebied. Weliswaar zweert men zowel in Venetië als in Veneto bij de risotto, maar aan de kust wordt hij met vis of zeevruchten bereid, terwijl er meer in het binnenland eerder courgettes, asperges, radicchio of kikkerbilletjes in gaan. Beide gebieden hebben echter een voorliefde voor peulvruchten. Pasta e fagioli heet het traditionele gerecht van pasta en bonen dat lauwwarm en graag met een paar druppels olijfolie geserveerd wordt. En risi ebisi, rijst met zachte, jonge erwten, is intussen ook op de menukaart buiten de regio te vinden. Ondanks deze gemeenschappelijkheden wordt in Veneto eerder stevig gegeten, terwijl de Venetiaanse keuken zo nu en dan aan de oude glans van de Serenissima herinnert: er worden heerlijke sauzen en exquise menu's gecreëerd. De traditionele en eenvoudige gerechten zoals stokvis of sarde in saor, kruidig gemarineerde sardientjes of ansjovis, raken echter niet in vergetelheid. In Veneto serveert men minder vis en meer vlees- en worstspecialiteiten, zoals de soppressata, een grove worstsoort, of de stevige knoflooksalami. Bovendien is het gebied een hoofdproducent van fijne groentesoorten. De rode radicchio uit Treviso behoort net zo goed tot de specialiteiten als de asperges uit Bassano del Grappa.


Andar per ombre, een Venetiaans ritueel   
Er wordt van de Venetianen gezegd dat ze een klein glaasje wijn net zo weten te waarderen als een babbeltje met vrienden of bekenden en dat op ieder uur van de dag. Dus is het logisch dat de inwoners van de stad aan de lagune deze twee voorliefden verbinden. Andar per ombre betekent zo veel als 'we gaan in de gezellige osteria iets drinken, een klein hapje eten en een praatje maken'.
Voor de betekenis van het oer-Venetiaanse ritueel zijn verschillende verklaringen. Volgens de een betekent het dat de varende wijnverkoper op het San Marcoplein in de loop van de dag steeds de schaduw van de campanile opzocht om te voorkomen dat zijn wijn te warm zou worden. Wie iets wilde drinken moest all'ombra, in de schaduw gaan zitten. Anderen verklaren dat de ombra een oude Venetiaanse maateenheid is die overeenkomt met ongeveer 100 ml. De ombretta is zelfs nog kleiner. Bijna iedere Venetiaan heeft zijn eigen vaste giro de ombre. Om een uur of elf 's ochtends komt hij naar zijn stamkroeg om er de andere stamgasten te ontmoeten. Er wordt gekletst, ombra gedronken en daarna gaan ze weer. In de loop van de dag en 's avonds komen een paar ombre samen, maar vanwege de kleine hoeveelheid en de uitstekende kwaliteit van de wijn in de osteria zijn er geen noemenswaardige gevolgen. Het best is de giro de ombre te vergelijken met de Spaanse tapeo, waarbij men in de vroege avond langs verschillende tapasbars trekt.


Venetiaanse maskers  

De maskers van het oorspronkelijk Venetiaanse carnaval zijn geen onderdeel van fantasiekostuums, maar horen bij vastgelegde kleding met vaak een lange traditie. Voor een deel herinneren ze aan gebeurtenissen uit de geschiedenis van de stad, zoals de pestdokter als treurige reminiscentie aan de verwoestende epidemie van de 16e en 17e eeuw. Andere maskers, zoals pantalone en arlecchino, stammen uit de canon van de commedia dell'arte en vormen ook lang na de hervorming van het theater door Goldoni nog altijd een vast bestanddeel van het narrengebeuren.
Bauta
De bauta was een van de populairste Venetiaanse kostuums. Hij kon zowel door dames als door heren gedragen worden en bestond uit een driekante hoed, een zwarte cape en een wit masker.
Arlecchino
De arlecchino is een typische figuur van de commedia dell'arte. Tot het kostuum van de brutale grappenmaker behoren een zwart masker, vilten hoed en een jas samengesteld uit bonte lappen.
Moretta
Moretta betekent enkel en alleen een zwart, ovaal masker dat in de juiste positie gehouden wordt wanneer de draagster de aan de binnenkant bevestigde knoop tussen de tanden klemt.
Pantalone
De pantalone is eveneens een typische figuur uit de commedia dell'arte. De zuurpruim met de spitse baard bij wie de gierigheid op het gezicht te lezen staat, werd het symbool van de rijk geworden Venetiaanse koopman.
Pestdokter
Het kostuum van de pestdokter herinnert aan de verwoestende pestepidemie in de Middeleeuwen en de Renaissance. Bij zijn uitrusting hoort een lange staf, waarmee de dokter zonder de patiënt aan te raken het beddengoed opzij kon schuiven, en een snavelmasker dat hij met kruiden vulde om de pestlucht te verdrijven.


Carlo Goldoni   


 

Carlo Goldoni, de grote hervormer van het Italiaanse theater, zorgde er halverwege de 18e eeuw voor dat de aloude commedia dell'arte met haar strenge standaardrollen als Capitano, Arlecchino en Colombina uit de mode raakte. De weg was nu vrij voor nieuwe karakters. Als echte Venetiaan hield Goldoni net zo veel van lekker eten en drinken als van zijn geboortestad, hoewel hij vanwege de strijd met zijn theatercollega's Chiari en Gozzi op de leeftijd van 55 jaar ontmoedigd naar Parijs verhuisde. In zijn stukken portretteerde Goldoni steeds weer het Venetiaanse leven. Zo presenteerde hij in de komedie Il campiello (Het plein, ontstaan in 1756) de figuur van een fritoler, een oliebollenbakster die de heerlijkste fritole bereidt, en in het kort voor zijn aftocht naar Parijs opgevoerde stuk Le baruffe chiozzotte (Ruzie in Chiozza, 1762) speelt de zucca barucca, een schijf gebakken courgette, als steen des aanstoots een belangrijke rol, want diverse liefdesparen krijgen ruzie als een argeloze gondelier een van de jonge vrouwen een stuk courgette schenkt.

Carnevale   

Ondanks de enorme belangstelling die het moderne straatcarnaval trekt, houden een paar Venetianen aan de oude gebruiken vast niets met de toeristische massa op het San Marco plein te maken hebben. Carnavale werd traditioneel met veel pracht en praaal gevierd. Daarbij werden niet alleen enorme bedragen voor de kostuums uitgegeven, maar de verschillende verenigingen en gezelschappen wedijverde elkaar wie het spraakmakendste bal met aankleding zou organiseren, wie de beste muziek zou maken en, niet in de laatste plaats,  het overvloedigste eten te bieden had.
Feesten van allerlei aard waren en zijn voor de bewoners van de lagunestad altijd een welkome aanleiding om goed te tafelen. Maar anders dan nu kregen de Venetianen in vroeger dagen van wege hun liefde voor de geneugten des levens vaak kritiek uit moralistische hoek. Ook de hoogwaardigheidsbekleders van de Kerk klaagden vaak dat de mensen bij de grote christelijke feesten het eind van een preek of wijdingsceremonie konden afwachten om tot de volgende festiviteit te kunnen overgaan,  namelijk het eten. "De grootste ondeugd van de Venetianen zijn hun braspartijen”, bevestigt ook stadsgeschiedenisschrijver, Gasparo Morolin in 1841. Inderdaad stonden bijzondere of traditionele gerechten bij verschillende gelegenheden, zoals het carnaval, in het middelpunt van de belangstelling. Volgens schrijver Tommasso Locatelli leek Venetië in 1830 -dus zelfs van een teruglopende economie en politieke moeilijkheden- een groot feestplein, waar "braadspiesen gedraaid en vis geroosterd werd om die enorme gezamenlijke maaltijd voor te bereiden”. Tijdens het carnaval werden er galani, repen repen zoet deeg, gebakken in reuzel en bestrooid met suiker, en fritole of fritelle, carnavalsbeignets, gegeten. 0ok zaletti en de ronde buranelli van het eiland Burano waren en zijn geliefde kost na een lange nacht. Op madonna della Salute, 21 november, was er – en is er soms ook nu nog- traditionele castradina, gezouten,  kort gerookt en dan aan de lucht gedroogde ham,  waar een voedzaam vleesgerecht, van wordt gemaakt. Het eten van de zeer gewaarde baccalà, was gelukkig niet aan een feest gebonden. Stokvis werd het hele jaar gegeten, in allerlei variaties. ook de smakelijke lever met uit fegato alla veneziana, kon altijd op tafel worden gezet. Tegenwoordig wordt de feestkalender niet meer zo serieus genomen – het beroemde Venetiaanse reuzelgebak, fritole, kan nu het hele jaar door gegeten worden.

 
Bron: stedentips voor trips

vrijdag 21 februari 2014

De enige DOCG van Sicilie: Cerasuolo di Vittoria docg Sicilie


Sicilië heeft slechts 1 docg: de Cerasuolo di Vittoria, gemaakt van rode druiven Nero d’Avola en  Frappato. De wijn wordt gemaakt in het Zuid-Oosten, in de omgeving van Vittoria, Val di Noto, in de provincies van Ragusa, Caltanisetta en Catania.
De frappato druif zorgt in combinatie met de Nero d’avola voor een elegante en zeer fruitige wijn, met kersen in geur en smaak en mooie zuren.

De Cerasuolo di Vittoria mag in verschillende gemeentes gemaakt worden, maar wordt het meest in de Provincie van Ragusa geproduceerd. De wijn dateert al uit 1606, het jaar waarin de stad Vittoria werd gesticht. De naam ontleent zij aan haar oprichtster, die tevens een stuk grond ter beschikking stelde voor de wijnbouw.
Productiezone: verschillende gemeentes: 5 in de provincie van Ragusa, 2 in de provincie van Caltanisetta, en 2 in de provincie van Catania.

Variëteiten: Nero d'Avola (50-70%), Frappato (30-50%)  Kleur: rood
De Cerasuolo di Vittoria moet tenminste 3 maanden flesrijping hebben gehad, alvorens in de handel gebracht te worden. Voor de Classico versie geldt een periode van 8 maanden flesrijping.

De wijn is kersenrood van kleur, heeft een bloemig boeket en is zacht, fruitig en droog in de smaak.
Doet het goed bij wit en rood vlees, rundgebraad, klein wild en pikante kazen.

A.s. zondag is er een proeverij Zuid-Italiaanse wijnen waar u onder andere deze Cerasuolo kunt proeven- in Utrecht aanmelden via vino@profondoreizen.nl

vrijdag 14 februari 2014

Emilia Romagna- een regio voor lekkerbekken!

 
De Emilia Romagna is een zeer grote regio, die zich uitstrekt van Piacenza in het westen tot Rimini aan de Adriatische kust. De rivier de Po stroomt door het gebied en voorziet het van vruchtbare grond waardoor de Po-vlakte ook wel de broodmand of fruitschaal van Italië wordt genoemd. De Po is de langste rivier van Italië die zo’n 15% vh land beslaat en 1/3 vd bevolking van water voorziet.

Tot het gebied Emilia , dat meer noordelijk georiënteerd is behoren de volgende steden:Parma, bekend vanwege Italië’s culinaire exportproduct bij uitstek: de Parmaham. Ook de Parmezaanse kaas komt hiervandaan. De stad claimt tevens dat de herkomst van Tortellini daar ligt, de vorm zou zijn gemodelleerd naar de navel van Venus. Modena is vermaard vanwege de snelle dure auto’s van zowel Ferrari als Maserati. Bovendien komt de Aceto Balsamico ervandaan, druivenmost die minimaal 12 jaar op eiken houten vaten heeft gerijpt, soms wel 20 jaar (geserveerd met een pipetje).Uit Reggio komen Lambrusco en de Italiaanse vlag, de tricolore. Bologna wordt ‘de geleerde’ genoemd omdat zij een van de oudste universiteiten van Europa herbergt. Ook heeft zij de bijnaam 'La grassa'- de vette vanwege de worsten (mortadella e.d.), die je trouwens goed weg kunt spoelen met de Lambrusco of een pignoletto frizzante. Alsof de wijnen ervoor gemaakt zijn. Ferrara sluit het rijtje Emiliaanse steden af; zij werd vroeger geregeerd door de adellijke familie d’Este’s. Zij vonden in 1851 waterafvoerpompen uit waarmee de droogleggingswerken van de Po-delta een hoge vlucht namen.
 

Tot de Romagna , de regio die wat meer op het zuiden georiënteerd is behoren: Ravenna  met haar mozaïeken uiteraard; Rimini, de oudste en grootste badplaats vd wereld, en geboorte-plaats van regisseur Federico Fellini. Faenza betekent keramiek en daar staat de stad ook al ruim 500 jaar om bekend. In het gebied zijn nog enige beroemde Italianen geboren, de meest beruchte is Mussolini, die uit het plaatsje Predappio komt, waar we straks vlak langs komen.Van een andere orde is Pellegrino Artusi die uit Forlimpopoli komt. Hij is de schrijver van de` Italiaanse culinaire bijbel: la scienza nella cucina e l’arte di mangiare bene. Ofwel de wetenschap in de keuken en de kunst van het lekker eten.

 

Hierop aansluitend tenslotte nog een paar gastronomische wetenswaardigheden: Uit Sogliano komt Fossakaas, fossa = spelonk. De kaas wordt gerijpt in uitgehouwen spelonken in tufsteen die vroeger werden gebruikt om graan in op te slaan. tufsteen = gesteente opgebouwd uit vulkanisch as (luchtig, kan zelfs drijven). Wie weet wat priesterwurgers zijn? In het Italiaans Strozzapreti, het is pasta  die de gedraaide vorm van kort touw heeft (wat doet denken aan een wurg koordje) die in de visbouillon gaat in Rimini en omgeving.

 

Kwa wijn is er meer dan alleen Lambrusco- Het gebied kent twee docg’s: Albana di Romagna (wit) + Colli Bolognesi Classico Pignoletto (ook wit, recentelijk toegekend). Albana di Romagna bestaat in diverse varianten en kan een mooie dessertwijn zijn.

Albana di Romagna docg    ‘uit goud drinken’
Wat: naam docg wijn- albana is de witte druif en Romagna de naam van het gebied
Regio: uitsluitend in (Emilia) Romagna, tussen Imola en Bertinoro
Hoe: Keizerin Galla Placida zou heben gezegd toen zij een terracottabeker met albana kreeg aangereikt: “voglio berti in oro “- ik wil je uit goud drinken. Bertinoro is nu een gelijknamig plaatsje waar de wijn vandaan komt. De grond is rijk aan fossielen en andere organische afzettingen. Er zijn verschillende versies van droog tm zoet en dessertwijn verkrijgbaar.
Stijl:  De basis vd droge wijn is bleekgeel, kan harmonieus zijn -meestal licht en fris droog, met een hoog zuur gehalte, bittertje in de afdronk (niet echt bijzonder). De zoetere versies kunnen spannender zijn: salie, amandel, perzik, honing, pijnboompitten, exotisch wit fruit. Passito: perzik, vanille, honing, warme zachte smaak.
Aanbevolen producenten: (uit Bertinoro) Raffaela Alessandra Bissoni, Celli, Madonia Giovanna, Fattoria Paradiso. Zerbina maakt waarschijnlijk de beste zoete versie (aldus Hugh Johnson) te Scacco Matto.
Gaat goed samen met: de droge met en schaal- en schelpdieren, slakken, de zoete met jonge kazen; de dessertwijn-passito met desserts, tulband met gekonfijt fruit e.d.

DOCG Colli Bolognesi Classico Pignoletto (Emilia Romagna)
Promotie voor de reeds bestaande DOC en voor de Pignoletto druif. Dit in één van de minst zeggende wijngebieden uit Italië Emilia Romagna. Toch mogen we niet te snel conclusies trekken. Eerst proeven, dan oordelen. De Pignoletto druif is een regionale druif uit Emilia Romagna die verwantschap met de Grechetto wordt toegedicht. De druif moet voor 95% deel uit maken van de wijn. Er mag eventueel aangevuld worden met de Pinot Bianco. Als frizzante wel makkelijk drinkbaar en prettig op een warme zomeravond, maar docg?!

Op onze site vindt u bij de kooklessectie een mooi arrangement in de Romagna waar u een aantal van bovenstaande lekkernijen kunt leren maken en/of proeven!